René H.J.A. KAMPHORST, service-medewerker, geboren op 31‑08‑1961 te Schijndel (gezindte: RK), zoon van Cornelis Antonius Bernardus (Cor) KAMPHORST (zie XII.1443) en Hendrica Jacoba (Riek) SPIERINGS.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 11‑09‑1987 te Den Dungen, gescheiden na 12 jaar op 24‑05‑2000 te Schijndel van Ineke van der DONK, bejaardenverzorgster, geboren op 31‑08‑1962 te Den Dungen (gezindte: RK), dochter van Nico van der DONK en An van HERPEN.

Rianne KAMPHORST, geboren op 30‑06‑1965 te Schijndel (gezindte: RK), dochter van Cornelis Antonius Bernardus (Cor) KAMPHORST (zie XII.1443) en Hendrica Jacoba (Riek) SPIERINGS.
Gehuwd op 19-jarige leeftijd op 19‑10‑1984 te Schijndel met Harry van der OEVER, 26 jaar oud, metselaar, geboren op 04‑06‑1958 te Zijtaart.

Bernardus Wilhelmus Antonius (Ben) KAMPHORST, proces operator Marsfabriek Veghel, geboren op 13‑03‑1937 te Lieseind (gezindte: RK), overleden op 23‑02‑2005 te Veghel op 67-jarige leeftijd, zoon van Johannes (Jan) KAMPHORST (zie XI.1014) en Joanna (Jans) de LAAT.
Gehuwd (1) op 25-jarige leeftijd op 07‑06‑1962 te Veghel, gehuwd voor de kerk op 03‑07‑1962 te Veghel, gescheiden na 24 jaar op 02‑04‑1987 te Veghel van Hendrica Cornelia Maria (Riek) van der HEIJDEN, geboren op 03‑04‑1941 te Veghel, dochter van Gerard van der HEIJDEN en Martina ROVERS.
Samenwonend (2) ca. 1990 met Ria WINGENS, geboren ±1940.

Johannes Gerardus Cornelis (Ron) KAMPHORST, medewerker logistiek, geboren op 10‑07‑1963 te Heeswijk-Dinther (gezindte: RK), zoon van Bernardus Wilhelmus Antonius (Ben) KAMPHORST (zie XII.1449) en Hendrica Cornelia Maria (Riek) van der HEIJDEN.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 10‑07‑1986 te Heeswijk-Dinther, gehuwd voor de kerk op 08‑08‑1986 te Heeswijk met Martina Johanna Adriana Maria (Marita) LAURENSEN, 21 jaar oud, geboren op 24‑05‑1965 te Heeswijk-Dinther, gedoopt (RK) op 10‑07‑1965 te Heeswijk-Dinther, dochter van Theodorus Lambertus Maria LAURENSEN en Martina Andina Hendrica Maria DRIESSEN.

Martina Maria Antonia (Lisette) KAMPHORST, administratief medewerkster, geboren op 01‑09‑1969 te Heeswijk-Dinther (gezindte: RK), dochter van Bernardus Wilhelmus Antonius (Ben) KAMPHORST (zie XII.1449) en Hendrica Cornelia Maria (Riek) van der HEIJDEN.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 19‑09‑1998 te Heeswijk-Dinther met Antonius Hubertus Josephus (Twan) van ZOGGEL, 29 jaar oud, chauffeur/zefstandig ondernemer, geboren op 21‑08‑1969 te Schijndel (gezindte: RK), zoon van Cornelis Theodorus van ZOGGEL en Elisabeth Wilhelmina Maria van UDEN.

Antonius Gerardus Bernardus (Anton) KAMPHORST, research-monteur Marsfabriek Veghel, geboren op 07‑07‑1939 te Lieseind (gezindte: RK), zoon van Johannes (Jan) KAMPHORST (zie XI.1014) en Joanna (Jans) de LAAT.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 28‑12‑1964 te Schijndel, gehuwd voor de kerk op 18‑02‑1965 te Schijndel met Wilhelmina Cornelia Francisca (Mientje) MUNSTERS, 23 jaar oud, administratief medewerkster, geboren op 14‑06‑1941 te Schijndel, dochter van Leonardus MUNSTERS en Martina BERKELMANS.

Martina Johanna Leonarda (Marjon) KAMPHORST, baliemedewerkster postkantoor, geboren op 10‑08‑1966 te Schijndel, gedoopt (RK) te Schijndel, dochter van Antonius Gerardus Bernardus (Anton) KAMPHORST (zie XII.1452) en Wilhelmina Cornelia Francisca (Mientje) MUNSTERS, administratief medewerkster.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 13‑10‑1988 te Schijndel met Alphonsus Nicolaas Theodorus Hendricus (Fons) HEESTERMANS, 24 jaar oud, medewerker PTT, geboren op 15‑07‑1964 te Den Bosch, zoon van Harrie HEESTERMANS en Diny STOOF.

Willibrordus Wilhelmus Bernardus (Willy) KAMPHORST, metselaar, geboren op 25‑06‑1941 te Lieseind (gezindte: RK), overleden op 05‑05‑2019 te Schijndel op 77-jarige leeftijd, begraven op 11‑05‑2019 te Schijndel, zoon van Johannes (Jan) KAMPHORST (zie XI.1014) en Joanna (Jans) de LAAT.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 12‑03‑1971 te Den Dungen met Francisca Petronella (Ciska) van der AA, 30 jaar oud, geboren op 16‑10‑1940 te Den Dungen (gezindte: RK), dochter van Hendrikus van der AA en Elisabeth Maria van ROKVEN.

Elisabeth Joanna Maria Francisca (Elise) KAMPHORST, administratrice, geboren op 13‑08‑1972 te Schijndel, gedoopt (RK) op 24‑09‑1972 te Schijndel, dochter van Willibrordus Wilhelmus Bernardus (Willy) KAMPHORST (zie XII.1454) en Francisca Petronella (Ciska) van der AA.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 21‑08‑1998 te Schijndel met P.M.J. (Pieter) BEVERS, 25 jaar oud, automonteur, geboren op 07‑05‑1973 te Veghel.

Johannes Hendrikus Bernardus (John) KAMPHORST, proces operator, geboren op 10‑06‑1976 te Schijndel, gedoopt (RK) op 01‑08‑1976 te Schijndel, zoon van Willibrordus Wilhelmus Bernardus (Willy) KAMPHORST (zie XII.1454) en Francisca Petronella (Ciska) van der AA.
Samenwonend ca. 2002 met Ilona van GAAL, geboren ±1977.

Gerrit KAMPHORST, boerenknecht te Wilp, Voorst en Twello vanaf 1875 en Oosterhout (N.B.) vanaf 1879, landbouwer in bs. Zevenhuizen huis 69 in 1889, huis 176nk ±1895, huis aan de Terlooweg ±1900 en huis 286 aan de Trekweg 1905, geboren op 17‑10‑1851 te Apeldoorn (gezindte: R.K.), overleden op 14‑07‑1905 te Zevenhuizen op 53-jarige leeftijd. Gerrit Berends leende in 1904 ee3n bedrag van fl. 600,-- tegen een rente van 4,5%. Onderpand was zijn huis met erf, tuin, bouwland en weiland in de buurtschap Zevenhuizen. Hij had het huis gekocht in 1900. Kort na het overlijden van Gerrit Berends in 1905 verkocht zijn echtgenote Grada Huisman haar huis met erf, tuin, bouwland en weiland in de buurtschap Zevenhuizen. Ook ontdeed zij zich van de inventaris van dit boerderijtje, waaronder een koe voor fl. 150,--, een kalf voor fl. 50,--, een kalf voor fl. 42,--, een geit voor fl. 10,25 en kippen voor fl. 0,50. Aan veldvruchten verkocht zij hooi, aardappelen, haver, gras, wortels, rapen en stokbonen. Onder de gereedschappen waren een rik, een melkton met karn, een vleut, een wan, een zaaival, vlegels, een zicht en zeisen. Zoon van Berend KAMPHORST (Berend de Graaf) (zie IX.196) en Gerharda (Gerritje) BROEKHOVEN.
Gehuwd op 36-jarige leeftijd op 11‑02‑1888 te Apeldoorn met Grada HUISMAN, 40 jaar oud, dienstbode Apeldoorn 1888, geboren op 09‑09‑1847 te Apeldoorn (gezindte: R.K.), overleden op 02‑04‑1927 te Apeldoorn op 79-jarige leeftijd, dochter van Cornelis HUISMAN en Emma Maria IJSSELDIJK (Anna Maria ?).

Gerritje de GRAAF (Gerritje Kamphorst), wasvrouw (1865), geboren op 18‑01‑1821 te Apeldoorn, overleden op 17‑03‑1906 te Wommen op 85-jarige leeftijd, dochter van Gerrit Berends KAMPHORST (zie VIII.88) en Hendrina de GRAAF, logementshoudster.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 08‑07‑1843 te Apeldoorn met Wilhelm Reijnier BENNINK, 26 jaar oud, timmerman (1844), koopman (1865, 1875), besteller (1885), geboren op 06‑01‑1817 te 's-Gravenhage, overleden op 11‑02‑1900 te Zevenhuizen op 83-jarige leeftijd, zoon van Teunis BENNINK, timmerman, en Hilletje Wouters RIJSDORP.

Janna KAMPHORST (Johanna de Graaf), logementhoudster, geboren op 21‑03‑1823 te Apeldoorn, overleden op 18‑02‑1912 te Apeldoorn op 88-jarige leeftijd, dochter van Gerrit Berends KAMPHORST (zie VIII.88) en Hendrina de GRAAF, logementshoudster.
Gehuwd op 35-jarige leeftijd op 26‑02‑1859 te Apeldoorn met Christiaan BLOEMINK, 41 jaar oud, koopman, logementhouder, geboren op 18‑05‑1817 te Hoog Soeren, overleden op 04‑07‑1884 te Apeldoorn op 67-jarige leeftijd, zoon van Willem BLOEMINK, landbouwer, en Wijntje Jansen BLOEMENDAL.

Willem BLOEMINK, stalhouder, geboren op 08‑01‑1864 te Apeldoorn, zoon van Christiaan BLOEMINK, koopman, logementhouder, en Janna KAMPHORST (Johanna de Graaf) (zie IX.202).
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 28‑08‑1890 te Apeldoorn met Martha Frederika van BAAREN, 24 jaar oud, geboren op 25‑03‑1866 te Apeldoorn, dochter van Hein van BAAREN, koopman, aannemer, timmerman, en Johanna Maria van ESSEN.

Brand (Bram) de GRAAF (Abraham Kamphorst), landbouwer, koetsier, geboren op 06‑06‑1825 te Apeldoorn, overleden op 25‑02‑1898 te Het Loo op 72-jarige leeftijd. Bram woonde rond 1845 in bij de familie Bloemink in huis Z6, het buurhuis van zijn ouderlijk huis te Het Loo. Hij was toen al getrouwd met zijn buurmeisje Catharina Bloemink en zijn zuster Janna was gehuwd met Catharina's broer Christiaan Bloemink. In 1858 huurde "Abraham Kamphorst, zijn geslachtsnaam ook wel schrijvende De Graaf", van zijn moeder Hendrina de Graaf een bouwplaats op Het Loo. In de notariele acte, die hiervan werd opgemaakt, werd over Abraham opgemerkt dat hij met zijn moeder samenwoonde op Het Loo en dat hij haar behulpzaam was in de uitoefening van haar bedrijf als "logementhouderesse". De bouwplaats werd omschreven als "gelegen op Het Loo ten zuiden van de grintweg van Het Loo naar De Vaart, bestaande in huis met bijstaande schuur en omgelegen bouw- en weiland, alles behorende tot de nalatenschap van Gerrit Kamphorst, in leven logementhouder op Het Loo, door wie het vruchtgebruik aan verhuurster was gelegateerd:. De jaarlijkse huur werd vastgesteld op fl 200,-- (afb. 8). Eveneens in 1858 werd Abraham's vrouw Catharina Bloemink voor een zesde deel erfgename van de nalatenschap van haar moeder. De verkoop van de roerende en onroerende zaken in deze nalatenschap leverde fl 8700,-- op. Samen met haar 2 zwagers kocht Abraham van de roerende zaken in deze boedel o.a. paardentuigen, boerenwagens, karren, een vigilante, een tentwagen, een glazenwagen, een koe en een partij riet. In 1859 kocht Bram van zijn moeder een stuk wei- en bouwland met hakhout ter grootte van 5 bunder 42 roeden en 30 ellen, genaamd Het Harderwijkerland en gelegen te Apeldoorn bij De Vellert. In 1866 nam Brand de Graaf, alias Abraham Kamphorst, erfdelen in de onverdeelde boedel van zijn vader over van zijn moeder Hendrina de Graaf, zijn broer Gerrit Kamphorst De Graaf, zijn zuster Johanna Kamphorst en zijn reeds overleden zuster Willemijntje de Graaf. Evenals zijn zwager Christiaan Bloemink kocht Abraham regelmatig geriefhout van de Koninklijke Domeinen, waaronder "akkermaalshout" en berken van het jachthuis Het Aardhuis en beukenbomen van de Loolaan. Ook pachtte hij veel voor eigen gebruik een perceel strooiheide van de heidevelden bij Berg en Bosch (afb. 13). Zoon van Gerrit Berends KAMPHORST (zie VIII.88) en Hendrina de GRAAF, logementshoudster.
Gehuwd op 33-jarige leeftijd op 26‑02‑1859 te Apeldoorn met Catharina BLOEMINK, 30 jaar oud, geboren op 14‑07‑1828 te Apeldoorn, overleden op 05‑12‑1885 te Het Loo op 57-jarige leeftijd, dochter van Willem BLOEMINK, landbouwer, en Wijntje Jansen BLOEMENDAL.

Gerrit KAMPHORST (Gerrit de Graaf), voerman, landbouwer, geboren op 03‑08‑1859 te Apeldoorn, overleden op 11‑06‑1914 te Apeldoorn op 54-jarige leeftijd, begraven ..‑06‑1914 te Apeldoorn. Gerrit's weduwe en kinderen verkochten in 1921 een huis op de Loosche Enk en in 1927 een huis met erf en loodsen op de Nieuwe Enk. Ook hadden zij tot 1927 perceeltjes bouwland aan de Sprengerweg en aan de Billitonlaan te Apeldoorn. De samenstelling van het hierboven beschreven gezin hebben wij afgeleid uit het opschrift van een grafsteen op de begraafplaats aan de Soerenseweg te Apeldoorn (afb. 19) en uit informatie in de legers van het Kadaster Gelderland te Arnhem. In de archieven in de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters hebben wij geen informatie kunnen vinden van de kinderen. Zoon van Brand (Bram) de GRAAF (Abraham Kamphorst) (zie IX.203) en Catharina BLOEMINK.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 03‑06‑1882 te Apeldoorn met Zwaantje Johanna de BRUIN, 24 jaar oud, sleepster, geboren op 01‑03‑1858 te Epe, overleden op 23‑12‑1919 te Apeldoorn op 61-jarige leeftijd, begraven ..‑12‑1919 te Apeldoorn, dochter van Willem de BRUIN, timmerman, en Machteld MULDER.

Willemina de GRAAF (Willemina Kamphorst), geboren op 09‑11‑1862 te Apeldoorn, overleden op 07‑06‑1950 te Apeldoorn op 87-jarige leeftijd, dochter van Brand (Bram) de GRAAF (Abraham Kamphorst) (zie IX.203) en Catharina BLOEMINK.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 21‑10‑1886 te Apeldoorn met Dirk OLDENHOF, smid, geboren ±1856 te Apeldoorn, overleden <1949, zoon van Jacobus OLDENHOF, landbouwer, en Jacomina EIKENDAL.

Hendrina de GRAAF (Hendrina Kamphorst), geboren op 17‑09‑1866 te Apeldoorn, dochter van Brand (Bram) de GRAAF (Abraham Kamphorst) (zie IX.203) en Catharina BLOEMINK.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 09‑04‑1896 te Apeldoorn met Foppe KETEL, 27 jaar oud, koffiehuishouder, geboren op 05‑12‑1868 te Tietjerksteradeel, overleden op 06‑09‑1915 te Het Loo op 46-jarige leeftijd, zoon van Gerrit KETEL en Aaltje DORENBOS.

Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf), knecht te Apeldoorn (1855),koetsier Den Haag (1857-1873), koffiehuishouder en tapper Arnhem (1861, 1864, 1870), geboren op 24‑03‑1832 te Apeldoorn, overleden op 14‑01‑1880 te Arnhem op 47-jarige leeftijd. Het is duidelijk dat Gerrit Senior althans in de periode van 1861 tot 1873 zowel koetsier was in Den Haag, waar zijn kinderen werden geboren, als koffiehuishouder te Arnhem. In 1866 droeg "Gerrit Kamphorst De Graaf", koetsier de Den Haag, zijn aandeel in de nalatenschap van zijn vader over aan zijn broer "Brand de Graaf". In 1872 en 1873 was Gerrit Senior ook eigenaar van een huis te Wornum en in 1875 van een huis in de buurtschap Apeldoorn Noord. Verder bezat hij in 1872 een huis met erf, tuin, bouwland en weiland in buurtschap Het Loo. Deze eigendommen stelde hij als onderpand voor een lening van fl. 1400,-- tegen een rente van 5%. Ook Gerrit Senior's dochter Daatje Wilhelmina woonde geruime tijd in Apeldoorn. Toen in 1894 haar echtgenoot Jan van Dusschoten overleden was, verkocht zij haar koffiehuis Park Tivoli aan de Nieuwstraat te Apeldoorn met een stuk bouwland voor fl. 16025,--. Ook verkocht zij de inventaris, waaronder een biljart van fl. 165,--, een biljart van fl. 76,-- en een koffiekan van fl. 14,50. Zij had er kennelijk ook een zaaltje voor grote gezelschappen, want op de inventarislijst stonden 336 stoelen van fl. 0,75 per stuk. De totale opbrengst van de boedelverkoop van fl. 2690,30. Daatje zelf vertrok naar Amsterdam om te trouwen met Arie Klerk. Zoon van Gerrit Berends KAMPHORST (zie VIII.88) en Hendrina de GRAAF, logementshoudster.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 15‑11‑1854 te Den Haag met Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), 23 jaar oud, modiste, geboren op 09‑04‑1831 te 's-Gravenhage, overleden op 06‑10‑1901 te Arnhem op 70-jarige leeftijd, dochter van Daniel TITTEL, baardscheerder, en Wilhelmina RUTGERSEN, dienstbode.

Daatje Wilhelmina KAMPHORST, geboren op 04‑01‑1859 te 's-Gravenhage, gedoopt (NH) ±1879 te Arnhem, overleden <1932 te Veenhuizen ? Dochter van Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf) (zie IX.210) en Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), modiste.
Ondertrouwd (1) op 22‑08‑1879 te Arnhem, gehuwd op 20-jarige leeftijd op 03‑09‑1879 te Arnhem met Jan van DUSSCHOTEN, 24 jaar oud, koffiehuis-houder te Arnhem (1879), kastelein Arnhem (1880/1881), geboren op 10‑09‑1854 te Zuilen, overleden op 01‑05‑1894 te Apeldoorn op 39-jarige leeftijd, zoon van Evert van DUSSCHOTEN, fabrieksarbeider, koster, en Grietje VISEE (Vizee).
Ondertrouwd (2) ..‑07‑1895 te Amsterdam, gehuwd op 36-jarige leeftijd op 18‑07‑1895 te Amsterdam met Arie KLERK, timmerman, geboren ±1872 te Harenkarspel, overleden op 25‑11‑1933 te Veenhuizen, zoon van Jan KLERK en Trijntje HUISMAN.

Evert Gerrit van DUSSCHOTEN, korporaal-hofmeester, geboren op 22‑06‑1880 te Arnhem, overleden op 29‑04‑1953 te Renkum op 72-jarige leeftijd, zoon van Jan van DUSSCHOTEN, koffiehuis-houder te Arnhem (1879), kastelein Arnhem (1880/1881), en Daatje Wilhelmina KAMPHORST (zie X.479).
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 01‑10‑1903 te Amsterdam met Antonetta Catharina Maria van GENNIP, 19 jaar oud, geboren op 30‑04‑1884 om 19:00 uur te Heeze (aangifte door: Jan Eickhoren (?) en Petrus Antonius Strijbosch), overleden op 30‑11‑1966 te Arnhem op 82-jarige leeftijd, begraven ..‑12‑1966 te Arnhem, Begraafplaats Moscowa, dochter van Johannes Andreas van GENNIP, lapper, en Wilhelmina GUNS, dienstmeid.

Hendrina KAMPHORST, geboren op 16‑02‑1861 te 's-Gravenhage, dochter van Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf) (zie IX.210) en Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), modiste.
Ondertrouwd ..‑05‑1887 te Arnhem, gehuwd op 26-jarige leeftijd op 18‑05‑1887 te Arnhem met Carel August Constantinus SCHEFFEL, rijksambtenaar, geboren ±1857 te Ubbergen ? Zoon van Johan Philip SCHEFFEL en Alvina Everhardina (Alwine) DUDEN.

Maria Christina KAMPHORST, huishoudster, geboren op 16‑04‑1863 te 's-Gravenhage (gezindte: N.H.), overleden op 08‑03‑1957 te Beverwijk op 93-jarige leeftijd, zonder nationaliteit in 1931, dochter van Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf) (zie IX.210) en Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), modiste.
Gehuwd (1) op 19-jarige leeftijd op 24‑01‑1883 te Arnhem met Johan Christiaan Coenraad SCHEFFEL, kantoorbediende, colporteur, koffiehuishouder (1891), geboren ±1853 te Ubbergen, overleden op 03‑01‑1913 te Elst, zoon van Johan Philip SCHEFFEL en Alvina Everhardina (Alwine) DUDEN.
Ondertrouwd (2) ..‑07‑1914 te Amsterdam, gehuwd op 51-jarige leeftijd op 08‑07‑1914 te Amsterdam met Friedrich Karl RIEBISCH, 53 jaar oud, kleermaker, geboren op 01‑07‑1861 te Jessen (DEU), overleden <1930.

Gerritje Johanna KAMPHORST, verpleegster, geboren op 16‑09‑1865 te Apeldoorn, volgens huwelijksacte geboren te Den Haag, gedoopt (NH) op 09‑12‑1865, overleden op 05‑04‑1907 te Bussum op 41-jarige leeftijd, dochter van Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf) (zie IX.210) en Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), modiste.
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 14‑11‑1893 te Ambt Almelo met Antonius Johannes GROOTENHUIS, bankbeambte, geboren ±1852 te Hellendoorn, overleden op 23‑11‑1922 te Apeldoorn, zoon van Hendrik GROOTENHUIS en Hermanna Johanna BIEKART.

Gerrit KAMPHORST, schilder (1893-1930), exploitant koffiehuis Malburgia en caféhouder aan de Westervoortschedijk op nr. 28 (1898-1920) en nr. 25 (1935-1940), verlofhouder op hetzelfde adres in 1951, 1954, geboren op 03‑05‑1870 te 's-Gravenhage, overleden op 26‑10‑1959 te Arnhem op 89-jarige leeftijd. Van het koffiehuis Malburgia aan de Westervoortsedijk te Arnhem, dat Gerrit en zijn zoon Derk van 1925 tot 1954 hebben geëxploiteerd, hebben wij niet met zekerheid de locatie of een afbeelding kunnen vinden, De naam Malburgia doet echter vermoeden dat het stond bij het Malburgveer, een pontje dat Arnhem verbond met de Malburgpolder ten zuiden van de Rijn en dat afmeerde ter plaatse waar de Westervoortse Dijk en de Nieuwe Kade samenkomen. Op een foto uit 1954 is een uitspanninkje aan de Westervoortsedijk te zien, met links de toegang tot het pontje en op de achtergrond de electriciteitscentrale aan de Nieuwe Kade (afb. 20 boek). Op een foto uit 1910 droeg ditzelfde pandje het opschrift "Café-billard voor schippers". Zoon van Gerrit (Gerhard) KAMPHORST (Gerrit Kamphorst de Graaf) (zie IX.210) en Daatje Wilhelmina TITTEL (Daatje Dittel), modiste.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 06‑06‑1894 te Arnhem met Catherina MAGENDANS, 28 jaar oud, geboren op 08‑07‑1865 te Arnhem, overleden op 10‑07‑1947 te Arnhem op 82-jarige leeftijd, dochter van Derk MAGENDANS en Margaretha HOVESTAD.

Hendrina de GRAAF (Hendrina Kamphorst), geboren op 23‑05‑1834 te Apeldoorn, overleden op 12‑02‑1870 te Apeldoorn op 35-jarige leeftijd, dochter van Gerrit Berends KAMPHORST (zie VIII.88) en Hendrina de GRAAF, logementshoudster.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 06‑04‑1861 te Apeldoorn met Dirk SCHOLTEN, 23 jaar oud, stucadoor, geboren op 08‑01‑1838 te Delft, zoon van Hendrikus Theodorus SCHOLTEN en Johanna Rutgera de KAT (de Katt).

Johanna Rutgera SCHOLTEN, geboren op 24‑02‑1867 te Apeldoorn, dochter van Dirk SCHOLTEN, stucadoor, en Hendrina de GRAAF (Hendrina Kamphorst) (zie IX.213).
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 20‑06‑1895 te Apeldoorn met Pieter Adrianus Herman AVINK, 32 jaar oud, concierge, geboren op 01‑11‑1862 te Apeldoorn, zoon van Hermanus Cornelis Louis AVINK, concierge, en Charlotte Johanna Christine van VUGT.

Stijntje Berends KAMPHORST (Christina), geboren op 03‑09‑1789 te Wiesel, gedoopt (Ger.) op 06‑09‑1789 te Apeldoorn, overleden op 27‑05‑1867 te Apeldoorn op 77-jarige leeftijd, dochter van Berend Gerrits KAMPHORST (zie VII.65) en Willempje POL (Pols, Poll).
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 15‑06‑1817 te Apeldoorn met Gerrit HUISMAN, 29 jaar oud, dagloner Apeldoorn in huis nr. 441d (±1835), daghuurder Het Loo in huis nr. 23a (±1845), landarbeider Het Loo in huis nr. 55b (±1855), tuinman, geboren op 04‑11‑1787 te Apeldoorn, overleden op 03‑04‑1868 te Culemborg op 80-jarige leeftijd, zoon van Gerritje Jans HUISMAN.

Jannetje Berends KAMPHORST, geboren op 15‑06‑1792 te Wiesel, gedoopt (NDG) op 24‑06‑1792 te Apeldoorn, dochter van Berend Gerrits KAMPHORST (zie VII.65) en Willempje POL (Pols, Poll).
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 23‑02‑1815 te Apeldoorn met Derk BOKS, geboren ±1791 te Apeldoorn, zoon van Jan BOKS en Judith HARTGERS.

Steventje Gerrits KAMPHORST (Steventje Geurts), dagloonster, geboren ..‑01‑1756 te Wiesel, gedoopt (NDG) op 11‑01‑1756 te Apeldoorn, dochter van Gerrit Gerrits KAMPHORST (zie VI.44) en Stientje RHIJNDERS.
Gehuwd voor de kerk ±1780 met Cornelis (Knelis) Gerrits CREMERS (Cremer), dagloner, geboren ±1755.

Stijntje CREMERS (Steintje, Hijntje), winkelierster, geboren ±1788 te Voorthuizen, overleden op 09‑08‑1864 te Voorthuizen, dochter van Cornelis (Knelis) Gerrits CREMERS (Cremer), dagloner, en Steventje Gerrits KAMPHORST (Steventje Geurts) (zie VII.69).
Gehuwd op 15‑02‑1812 te Voorthuizen, als moeder bruidegom vermeld : Grietje Bennekom met Gerrit (Geurt) WOUTERS (Wouterse), tuinman, koopman, rijksontvanger, geboren ±1782 te Arnhem, overleden op 25‑08‑1850 te Barneveld, zoon van Gerrit WOUTERS en Jenneke FRIELING.

Rhijnder Gerrits KAMPHORST, geboren ..‑11‑1757 te Apeldoorn, gedoopt (NDG) op 13‑11‑1757 te Apeldoorn, overleden ..‑05‑1808 te Zwartebroek, begraven op 07‑05‑1808 te Voorthuizen, zoon van Gerrit Gerrits KAMPHORST (zie VI.44) en Stientje RHIJNDERS.
Ondertrouwd op 16‑02‑1788 te Nijkerk, gehuwd voor de kerk op 02‑03‑1788 te Putten met Hendrikje JURRIAANS (Hendrikje Jurriens, Hendrikje Jordens), 22 jaar oud, geboren op 11‑08‑1765 te Voorthuizen, dochter van Jurrien HELMERTS en Geertje HENDRIKS.

Stijntje (Christina) Rhijnders KAMPHORST, geboren ..‑11‑1788 te Zwartebroek, gedoopt (NDG) op 22‑11‑1788 te Voorthuizen, volgens WieWasWie ged. 30-11-1788 Voorthuizen, overleden op 06‑01‑1863 te Nijkerk, dochter van Rhijnder Gerrits KAMPHORST (zie VII.70) en Hendrikje JURRIAANS (Hendrikje Jurriens, Hendrikje Jordens).
Gehuwd op 13‑11‑1822 te Nijkerk met Rijk Evertsen HOOIJER, daghuurder, geboren ±1788 te Amersfoort, overleden op 17‑05‑1846 te Nijkerk, zoon van Evert MAASSEN en Rijkje RIJKS.

Evert HOOIJER, timmermansknecht, geboren ±1833 te Nijkerk, overleden op 10‑01‑1918 te Nijkerk, zoon van Rijk Evertsen HOOIJER, daghuurder, en Stijntje (Christina) Rhijnders KAMPHORST (zie VIII.99).
Gehuwd op 18‑04‑1860 te Nijkerk met Aaltje SCHIPPER, geboren ±1832 te Nijkerk, dochter van Gerrit Hendriksen SCHIPPER en Cornelia van de KIEFT.

Rijk HOOIJER, timmerman, geboren ±1860 te Nijkerk, zoon van Evert HOOIJER (zie IX.230) en Aaltje SCHIPPER.
Gehuwd ca. 1878 met Cornelia PRIESTER, geboren ±1860.

Geertje Rhijnders KAMPHORST (Geertje Martens, Geertje Gijsberts), geboren ..‑02‑1802 te Zwartebroek, gedoopt (NDG) op 14‑02‑1802 te Voorthuizen, volgens WieWasWie ged. 28-02-1802 Voorthuizen, overleden op 24‑02‑1864 te Zwartebroek, dochter van Rhijnder Gerrits KAMPHORST (zie VII.70) en Hendrikje JURRIAANS (Hendrikje Jurriens, Hendrikje Jordens).
Ondertrouwd ..‑10‑1823 te Nijkerk, gehuwd op 22‑10‑1823 te Nijkerk met Cornelis van den BOR, 35 jaar oud, tabakswerker en schutter, geboren op 05‑10‑1788 te Nijkerk, overleden op 15‑08‑1831 te Hulst (Zeeland) op 42-jarige leeftijd, zoon van Wolterus Everts van den BOR, daghuurder, en Ennikje Aarts van WERKHOVEN.

Hendrik van den BOR, geboren op 02‑12‑1828 te Nijkerk, overleden op 12‑10‑1871 te Putten op 42-jarige leeftijd, zoon van Cornelis van den BOR, tabakswerker en schutter, en Geertje Rhijnders KAMPHORST (Geertje Martens, Geertje Gijsberts) (zie VIII.101).
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 09‑02‑1856 te Putten met Besseltje KOUS, 23 jaar oud, geboren op 07‑07‑1832 te Putten, overleden op 23‑03‑1910 te Putten op 77-jarige leeftijd.

Gijsbert van den BOR, geboren op 13‑04‑1861 te Putten, overleden op 28‑07‑1923 te Putten op 62-jarige leeftijd, zoon van Hendrik van den BOR (zie IX.236) en Besseltje KOUS.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 10‑04‑1885 te Putten met Grietje ELBERTSEN, 22 jaar oud, geboren op 25‑11‑1862 te Putten, overleden op 19‑04‑1932 te Putten op 69-jarige leeftijd, dochter van Gerrit ELBERTSEN, landbouwer, jachtopziener, en Aaltje van de RIDDER, landbouwster.

Gijsbert van den BOR, landbouwer, geboren op 17‑10‑1894 te Putten, overleden op 24‑04‑1959 te Arnhem op 64-jarige leeftijd, begraven op 28‑04‑1959 te Putten, zoon van Gijsbert van den BOR (zie X.501) en Grietje ELBERTSEN.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 28‑03‑1919 te Putten met Teuntje van BEEK, 25 jaar oud, geboren op 03‑05‑1893 te Nijkerk, overleden op 13‑01‑1979 te Harderwijk op 85-jarige leeftijd, begraven op 18‑01‑1979 te Putten, dochter van Eibert van BEEK, arbeider, en Evertje ZEEBOER, arbeidster.

Bertus van den BOR, geboren op 17‑12‑1932 te Putten, overleden op 29‑06‑2000 te Putten op 67-jarige leeftijd, begraven op 03‑07‑2000 te Putten, zoon van Gijsbert van den BOR (zie XI.1092) en Teuntje van BEEK.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 01‑05‑1958 te Putten met Harmpje BOERMAN, 21 jaar oud, geboren op 02‑03‑1937 te Ommen.

Gijsbertus (Gijs) van den BOR, geboren op 25‑06‑1962 te Putten, zoon van Bertus van den BOR (zie XII.1469) en Harmpje BOERMAN.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 02‑04‑1985 te Putten met Margriet Charlotte Simone KEMPKES, 21 jaar oud, geboren op 14‑08‑1963 te Amersfoort.

Theunisje Gerrits KAMPHORST, landbouwerse, geboren op 01‑08‑1772 te Wiesel, gedoopt (NDG) op 02‑08‑1772 te Apeldoorn, overleden op 13‑07‑1832 te Voorst op 59-jarige leeftijd, dochter van Gerrit Gerrits KAMPHORST (zie VI.44) en Stientje RHIJNDERS.
Ondertrouwd (1) ..‑09‑1790 te Voorst ? Gehuwd voor de kerk op 17-jarige leeftijd op 22‑05‑1790 te Apeldoorn met Geurt Jansen HULLEMAN, landbouwer, geboren ..‑03‑1754 te Hoog Soeren, gedoopt op 17‑03‑1754 te Apeldoorn, overleden op 11‑05‑1814 te Hoog Soeren, zoon van Jan Goosen PAUS en Claasje HESSELS.
Gehuwd (2) op 42-jarige leeftijd op 20‑02‑1815 te Apeldoorn met Albert Gerrits GROTENHUIS (Albert Groothuis), karman, geboren ±1760 te Vaassen ? Gedoopt ±1760 te Vaassen, overleden op 31‑08‑1829 te Voorst, zoon van Gerrit HENDRIKS en Teuntje (Teunisje) Teunisse RUNNEBOOM.
Gehuwd (3) op 58-jarige leeftijd op 05‑10‑1830 te Apeldoorn met Hendrik Reinders MAGNIFIEK, landman, geboren ±1773 te Beekbergen, zoon van Reinder Hendriks MAGNIFIEK en Fenneken REINDERS.

Jan Geurtsen HULLEMAN, arbeider, landbouwer, geboren op 27‑03‑1791 te Apeldoorn, gedoopt op 03‑04‑1791 te Apeldoorn, zoon van Geurt Jansen HULLEMAN, landbouwer, en Theunisje Gerrits KAMPHORST (zie VII.79).
Gehuwd ca. 1815 te Apeldoorn met Antonia van ASSELT, geboren ±1791.

Geurt HULLEMAN, arbeider, geboren op 05‑08‑1815 te Apeldoorn, overleden op 12‑11‑1896 te Apeldoorn/Wormen op 81-jarige leeftijd, zoon van Jan Geurtsen HULLEMAN (zie VIII.102) en Antonia van ASSELT.
Gehuwd (1) op 28-jarige leeftijd op 10‑05‑1844 te Apeldoorn met Aartje van ARK, 25 jaar oud, dienstmeid, geboren op 23‑01‑1819 te Otterlo, overleden op 02‑05‑1848 te Beekbergen op 29-jarige leeftijd, dochter van Wouter Jacobsen van ARK, boerenknecht, landbouwer, en Evertjen Aarts van WESTERHUIS (Evertje van Westeneng), dienstmeid, naaister.
Gehuwd (2) op 37-jarige leeftijd op 17‑06‑1853 te Apeldoorn met Breunisje van ARK, 39 jaar oud, geboren op 15‑06‑1814 te Otterlo, overleden op 09‑10‑1854 te Beekbergen op 40-jarige leeftijd, dochter van Wouter Jacobsen van ARK, boerenknecht, landbouwer, en Evertjen Aarts van WESTERHUIS (Evertje van Westeneng), dienstmeid, naaister.

Gerrit Jansen HULLEMAN, geboren op 01‑12‑1796 te Apeldoorn, gedoopt op 04‑12‑1796 te Apeldoorn, overleden ±1855, zoon van Geurt Jansen HULLEMAN, landbouwer, en Theunisje Gerrits KAMPHORST (zie VII.79).
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 07‑02‑1821 te Apeldoorn met Johanna Willems BUITENHUIS, geboren ±1799, overleden 1859.

Gerritje (Gerarda) Gerrits KAMPHORST, geboren op 06‑03‑1778 te Apeldoorn, gedoopt (NDG) op 15‑03‑1778 te Apeldoorn (getuige(n): Zwaantje Kamphorst), overleden op 26‑11‑1838 te Amsterdam op 60-jarige leeftijd, dochter van Gerrit Gerrits KAMPHORST (zie VI.44) en Janna EGBERTS.
Ondertrouwd op 15‑04‑1808 te Amsterdam, gehuwd ca. 1808 te Amsterdam met Gerardus van der MEULEN, geboren ±1777.

Goossen Gerrits KAMPHORST, geboren ±1727 te Wiesel (gezindte: NDG), overleden op 08‑11‑1800 te Elspeet, begraven op 14‑11‑1800 te Elspeet. In 1801 werd een "acte van reciproque lijftucht" getekend door Gosen Gerritsen Camphorst en Fijtjen Tijmensen, waarin zij elkaar tot algehele erfgenamen benoemden. Zij legden hierin vast dat na hun beider dood de gehele erfenis zou gaan naar de 2 kinderen van hun dochter Steventje. In 1797 kwam een "mageschijd" tot stand tussen Reijer Everts, weduwnaar van Stijntje Goossens Kamphorst, en zijn 2 onmondige kinderen, Goossen Camphorst trad daarbij op als voogd over deze kinderen. Besloten werd om de onroerende goederen onverdeeld te laten en de roerende goederen, waaronder "haveen vhee, het gemene huyslinnen en de klederen en lijfcieraden van de overledene", aan de vader over te geven. De "zuijvere boedel" werd getaxeerd op fl. 1436-2-8.
In 1799 en 1800 kwam een "magescheid" tot stand tussen Jannetje Lubbers Beekman, haar kind "in echt verwekt" door Reijer Everts, de 2 "voorkinderen" van Reijer Everts bij Steventje Goossens Camphorst en Steventje's vader Goossen. De boedel bestond uit de helft van "een huijs en hof in de Ampte Barneveld kerspel Elspeet", 75 bomen in het Elspeetse Bos en "de helft van een derde van een huijs en hof in de Ampte Barneveld kerspel Kootwijk. In 1802 werd hiervan een convenant opgemaakt. Zoon van Gerrit Arents KAMPHORST (Geurt Camphorst) (zie V.19) en Steventje BERENDS.
Ondertrouwd ..‑11‑1756 te Elspeet, gehuwd voor de kerk op 14‑11‑1756 te Elspeet met Fijtje TIJMENS, geboren ±1728 te Wiesel, overleden op 21‑03‑1802 te Elspeet, begraven op 27‑03‑1802 te Elspeet.

Steventje Goossens KAMPHORST (Stijntje), geboren ..‑05‑1760 te Elspeet, gedoopt op 04‑05‑1760 te Elspeet, overleden op 02‑12‑1795 te Elspeet, begraven op 08‑12‑1795 te Elspeet. ORA 0203, boek 849 Elspeet. folio 115 t/m 117, d.d. 12-09-1797
Magescheijd tussen Reyer Everts van Burelt, weduwnaar van Stijntje Goossens Kamphorst, en de voogden over zijn 2 minderjarige kinderen (Voogden : Goossen Camphorst en Willem Evertsen van Bureld)
16/11/1816:
Scheiding van erfdelen uit de nalatenschap van de echtelieden Reijer Evertsen van Burik, overleden te Apeldoorn op 1 maart 1799 en Steventje Goossen Kamphorst, overleden te Elspeet op 2 december 1795.
Op verzoek van hun kinderen:
1. Evert Reijersen van Burik, landbouwer te Lunteren;
2. Goossen Reijersen van Burik, schaapherder te Kootwijk. Dochter van Goossen Gerrits KAMPHORST (zie VI.47) en Fijtje TIJMENS.
Gehuwd voor de kerk op 22‑03‑1789 te Elspeet met Reyer Everts van BURIK (Reijer van Buureld), geboren ±1756 te Kootwijk, overleden op 01‑03‑1799 te Apeldoorn.

Hendrick Jansen CAMPHORST, pachtboer, geboren ±1600, gedoopt (NDG) te Voorst.
Verpondingskohier Voorst 1648 (RA Gelderland) : "Enich weij- en bouwland groot ongeveer 8 mergen waervan eenderde saeijlandt, ende 12 mergen in Wilp gelegen, die alhier mede aengeslaegen sijn ende getaxeert op 150 gulden in 't Gietlsche Broeck ende opte scheijdingh van Gietel en Wilp geleegen, gehoorende tot Marien Vicarie, daervan vrouw van Nijenbeeck collatrix is, verpacht aan Henrick Jansen Camphorst voor dalers 150-0-0. Redelijck goet tot goet ackermael."
Hendrick Jansen's achterkleinzoon Jan Roeloffs had in 1739 nog steeds hetzelfde land in pacht dat hierboven beschreven wordt. Tot de goederen van de vicarie van Nijenbeek behoorde toen ook een boerderij in de buurt van De Kar in het Gietelse Broek, die tot in de 19e eeuw "De Nijenbeker Vicarie" werd genoemd. Mogelijk was dat de boerderij waarin niet alleen Hendrick Jansen maar ook zijn zoon Goossen en zijn achterkleinzoon Jan Roeloffs gewoond hebben. Zoon van Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst) (zie II.1) en Henricxken FOCKINCK.
Ondertrouwd (1) <1630, gehuwd voor de kerk <1630 met Anneken HENDRICKS, geboren ±1600, gedoopt ±1600, overleden <1658, begraven <1658.
Ondertrouwd (2) ..‑01‑1659 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 09‑01‑1659 te Voorst (NDG) met Berentje WITSANTS, geboren ±1600, gedoopt ±1600.

Goossen Hendriks CAMPHORST, pachter bij de Grote Wetering in het Gietelse Broek op de grens van de kerspels Wilp en Voorst, geboren ±1632, gedoopt ±1632, zoon van Hendrick Jansen CAMPHORST (zie III.3) en Anneken HENDRICKS.

Roeloff Goossens CAMPHORST, pachter van ongeveer 8 roeden land bij het Kruitbosch aan het einde van de Grote Wetering, op de grens tussen de kerspels Voorst en Wilp, behorende aan Derk Jan van Stepraad tot den Slangenburg, en van 12 morgen land onder Wilp van de Nijenbeecker Vicarie (Rechterlijke archieven Veluwe en Veluwezoom, RA Gelderland , inv. 151), geboren ±1660 te Voorst, gedoopt ±1660 te Voorst, overleden ..‑05‑1721 te Voorst, begraven op 27‑05‑1721 te Voorst, zoon van Goossen Hendriks CAMPHORST (zie IV.10).
Gehuwd voor de kerk ca. 1684 te Voorst met Jenneke ALBERS (?), geboren ±1660 te Voorst, gedoopt ±1660 te Voorst.

Gerrit Hendriks CAMPHORST, geboren ±1635 te Voorst. Van Gerrit Kamphorst weten wij slechts dat hij een zoon Henrick Gerrits had en een dochter Jenneken. Daaruit hebben wij ook geconcludeerd dat hij waarschijnlijk zelf een zoon was van Hendrick Jansen Camphorst. Het was immers de gewoonte dat men de oudste zoon vernoemde naar diens grootvader van vaderszijde. In 1679 verkochten Henrick Gerrits en zijn vrouw een stuk land in de buurtschap Gietel, wat blijkt uit de volgende tekst: "Op 22-06-1679 hebben Henrick Gerrits Camphorst en Lijsbeth Wijnoltz, echtelieden , opgedragen aan Justigen Arents, weduwe van zaliger Warnar Herments Timmermans, twee acker lants te Voorst Buurschap geijtel in een camp genaamt het Wijfkenhart gelegen oostw. d'Jfr Over. Wijnbergen, suitw. Jan Steevens, noortw. Jacob Hergerts erfgen. en west. desgelijx" Omdat er in 1679 nog geen kadasterplans bestonden, moest de ligging van het bezit worden aangeduid door de eigenaren van de omliggende percelen te vermelden. Ons is de ligging van dit stuk land niet bekend. Zoon van Hendrick Jansen CAMPHORST (zie III.3) en Anneken HENDRICKS.

Lambert Jansen CAMPHORST (Lambert Freriks ?), landbouwer, geboren ±1600. Jan Camphorst's zoon Lambert was in 1632 al landbouwer in de buurschap Gietel, want hij werd toen genoemd in het mergentallsboek van de marke van Gietel. Vermoedelijk had hij toen land van deze marke in pacht of erfpacht. In 1648 was hij ook eigenaar geworden van een boerderij. De samenstelling van dit bezit blijkt uit de volgende tekst in het verpondingskohier Voorst 1648 (RA Gelderland) : "Camphorstes huijs, hoffstede toecommende Lambert Camphorst, groot 4 mergens half saeij, half weijlantt, verpacht aan Jan Tonissen voor 16 dalers. Eijgener Lambert Camphorst." Ook had hij nog "1/2 mergen van den Nijencamp, saeijlandt". Ook in 1662 bezat Lambert nog steeds de 4 mergen verpacht aan Jan Tonissen en de 1/2 mergen van de Nijencamp. De hofstede Nijencamp behoorde tot de gewaarde erven van de buurschap Gietel. Het is eenvoudig te verklaren waarom Lambert zijn eigen boerderij verpacht had aan Jan Tonissen. Hij had immers in 1632 ook al land in pacht van de marke van Gietel. Mogelijk heeft Lambert de hofstede en het bijbehorende land pas na 1632 geërfd van zijn vader. Had Johan op die Kamphorst in Voorst al een gedeelte van zijn kapitaal in veiligheid gesteld voordat hij in Woolde de plaat poetste ? Zoon van Jan CAMPHORST (Joan, Johan op die Kamphorst) (zie II.1) en Henricxken FOCKINCK.

Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit), geboren ±1650 te Voorst, overleden ..‑04‑1737 te Voorst, begraven op 17‑04‑1737 te Voorst. De hofstede Papencamp, waarin Gerrit van voor 1692 tot aan zijn dood in 1737 heeft gewoond, lag aan de huidige Breestraat, die de grens vormde tussen de buurschap Empe en de buurschap Voorst en Noord-Empe. Nu is deze straat de grens tussen de gemeente Voorst en de gemeente Brummen. De boerderij lag aan de zuidzijde van de Breestrat en behoorde tot de gewaarde erven van de marke van Empe. Gerrit was daar pachter, want hij werd in het markenboek nergens genoemd als een van de geërfden. De boerderij werd in de tweede helft van de twintigste eeuw ingrijpend gerestaureerd en verbouwd. De huidige bewoners hebben echter een foto in hun bezit, die voorafgaande aan de verbouwing genomen is. In 1696 werd Gerrit Camphorst angeduid als scheuter van de marke van Voorst en Noord Empe. Tot zijn standaarduitrusting behoorde kennelijke een baaien rok, zoals blijkt uit de volgende teksten in het markenboek. "De Heeren Erfgenaemen hebben Garrit Kamphorst scheuter van de Marke uit pure liberaliteit toegeleijt een e=beije rock ter somma van 10 gulden met conditie dat hij sijne functie wel en nae behooren sal waarneemen, dat daer op niets sal vallen te seggen" en "de scheuter sal een nieuwe rock hebben ad 10 gulden als naar oud gebruik". Tot Garrit's functie behoorde o.a. het beschermen van de gemeenschappelijke gronden tegen loslopend vee, zoals blijkt uit de volgende opdracht, opgetekend in het markenboek in 1706 : "De scheuter wordt gelast dat diegen die beesten, paerden, schaepen, varkens op de straaten hebben loopen sonder hoeder dat hij deselve sal hebben te schatten volgens het oude gebruik." Ook moest de scheuter fungeren als een soort veldwachter, want in 1708 staat in het markenboek de volgende opdracht geschreven : "De scheuter wordt gelast speciael op Sondagh agt te geven op 't raasen van de jongens door inwerpen van glaesen of andere moetwilligheijt." Soms kon de scheuter wat bijverdienen. In 1730 b.v. eisten Garrit Kamphorst en Bloemen Kolck van de marke betaling van 10 gulden elk voor "het opmaeken der weegen voor enige jaren geschiet." Toen Gerrit in 1737 overleden was, werd er nog enige tijd voor zijn vrouw gezorgd. "De weduwe van den overleeden scheuter wordt bij provisie voor een jaar gelaeten.", zoon van Lambert Jansen CAMPHORST (Lambert Freriks ?) (zie III.6).
Gehuwd voor de kerk op 28‑11‑1697 te Voorst met Jenneken CORNELISSEN, 22 jaar oud, geboren op 19‑09‑1675 te Voorst, overleden op 15‑02‑1738 te Voorst op 62-jarige leeftijd.

Lambert Gerrits CAMPHORST, scheuter, geboren ..‑03‑1692 te Empe (Breestraat in de hofstede Papencamp), gedoopt (NDG 1736) op 20‑03‑1692 te Voorst, volgens familysearch ged. 30-03-1692, overleden op 24‑08‑1750 te Voorst, begraven op 27‑08‑1750 te Voorst. Op 27 mei 1738 volgde Lambert zijn vader Garrit op als scheuter van de Marke van Voorst en Noord-Empe. "Is bij de efgenamen als scheuter aangesteld Lambert Camphorst mits sijn eed te doen." Hij heeft deze functie zeker uitgeoefend tot 1746 en waarschijnlijk tot zijn dood in 1750. Zijn weduwe kreeg op 23-5-1752 en op 4-6-1754 nog toestemming om "haren met een afdak gesetten berg" op het land van de marke "gratis te bewonen." In 1754 was dit "afdak aan haaren saatberg onder haar huijs" afgebrand.
In de cedule van heerdsteden van het ambt van Voorst over 1749 staat dat Lambert Camphorst en zijn vrouw in dat jaar op de "Heijligen Geesthofstede" woonden. Vermoedelijk is dat de hofstede waarover in de laatste alinea van de inleidende tekst over de tak van Voorst op pagina 25 van het boek geschreven wordt. In 1749 was deze nog eigendom van het Heilige Geesten Gasthuis te Deventer. Mogelijk werd de boerderij, al of niet spottend, ook de Papencamp genoemd. Overeenkomsten tussen de Heijligen Geesthofstede en de Papencamp zijn dat zij beide bij Noord Empe lagen en 5 morgen ofwel ongeveer 1,5 ha zandgrond bezaten. Zoon van Gerrit Lamberts CAMPHORST (Garrit) (zie IV.12) en Jenneken CORNELISSEN.
Ondertrouwd ..‑01‑1738 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 26‑01‑1738 te Voorst met Janna LAMBERTS, geboren ..‑11‑1711 te Voorst, gedoopt (NDG) op 15‑11‑1711 te Voorst.

Derksken Lamberts CAMPHORST (Kamphorst), geboren ..‑03‑1742 te Voorst, gedoopt (NDG) op 26‑03‑1742 te Voorst, dochter van Lambert Gerrits CAMPHORST (zie V.36) en Janna LAMBERTS.
Gehuwd voor de kerk <1768 te Voorst met Jacob Hendriks HOOSMAN (Jacob Hoofsman), geboren ±1742.

Lambert Lamberts CAMPHORST, landbouwer, geboren ..‑09‑1750 te Voorst, gedoopt (NDG) op 13‑09‑1750 te Voorst, overleden op 03‑05‑1800 te Voorst, begraven op 07‑05‑1800 te Voorst. In 1802 werd "de weduwe Lambert Kamphorst op Den Acker" voor de "amptslasten" aangeslagen voor 15 gulden, 16 stuiver en 8 cent. De boerderij Den Acker stond aan de Klarenbeekseweg te Voorst, ongeveer 300 m van de Zutphensestraat. In 1963 brandde Den Acker af. De in het boek afgebeelde foto was nog in het bezit van de nakomelingen van de laatste bewoners. Van de heer H. Smies te Zutphen ontvingen wij bovendien een schematische plattegrond van Den Acker uit de periode waarin de boerderij door 2 gezinnen werd bewoond. (zie afbeelding 20 in het boek). De nummers op deze plattegrond hebben de volgende betekenis:
1 = bijkeuken, 2 = opkamer/kelder, 3 = varkenshok, 4 = koeienstal, 5 = gang, 6 = woonkamer, 7 = bedstee, 8 = glazenkast, 9 = schouw, 10 = bijkeuken, 11 = slaapkamer, 12 = deel
Volgens het thinsboek van het ambt van Voorst had ene Lammert Kamphorst in 1804 land in eigendom. Het is niet bekend of dit bij de boerderij Den Acker lag, zoon van Lambert Gerrits CAMPHORST (zie V.36) en Janna LAMBERTS.
Ondertrouwd (1) ..‑04‑1773 te Wilp, gehuwd voor de kerk op 02‑05‑1773 te Voorst met Gerritje JANSEN, geboren ±1750 te Voorst, gedoopt ±1750, overleden op 08‑03‑1783 te Voorst, begraven op 13‑03‑1783 te Voorst.
Ondertrouwd (2) ..‑09‑1783 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 28‑09‑1783 te Voorst met Gerritje TEUNISSEN (Gerritje Gerrits), geboren ±1752 te Voorst, gedoopt ±1752 te Voorst, overleden <1798 te Voorst, begraven <1798 te Voorst, dochter van Teunis GERRITS.
Gehuwd voor de kerk (3) ca. 1800 te Voorst met Gerritje GERRITSEN, geboren ±1755 te Warnsveld, gedoopt ±1755 te Warnsveld.

Lammert Lamberts CAMPHORST (Kamphorst), dagloner (1812), daghuurder (1832), landbouwer (1835, 1849 en 1850), karman (1841), geboren op 04‑07‑1777 te Voorst, gedoopt (NDG) op 05‑07‑1777 te Voorst, overleden op 21‑01‑1850 te Voorst op 72-jarige leeftijd. Op 8 juni 1802, 2 jaar na het overlijden van zijn vader, werd Lammert Camphorst aangesteld als scheuter van de marke van Voorst en Noord-Empe. Hiermee trad hij in de voetsporen van zijn grootvader Lambert en zijn overgrootvader Garrit. Op 22-5-1804 werd hij echter al weer als scheuter ontslagen, omdat hij toen vertrokken was uit de marke van Voorst en Noord-Empe.
Lammert was in 1832 eigenaar geworden van een kleine boerderij aan de Holthuizerstraat, thans Oudhuizerstraat geheten. Het overzichtskaartje laat zien dat het land rond Lammert's huis in 1850 nog vrijwel geheel onder heide en struikgewas lag en dus nog grotendeels ontgonnen moest worden voor de landbouw. Foto's van dit boerderijtje, dat in 1751 gebouwd werd, zijn nog in het bezit van Mevr. Hissink te Voorst, de laatste bewoonster. De foto van de zijgevel laat zien hoe de oorspronkelijke potstal via de luiken in de zijgevel kon worden geleegd op een stenen mestvloer. In 2001 was het boerderijtje niet meer bewoond en in een vervallen staat. (afd. 23) Het boerderijtje was omgeven door 2,5 ha eigen grond, waarvan 1,6 ha weiland en 0,9 ha bouwland. Ongeveer 500 m in de richting van Voorst bezat Lammert ook nog 0,9 ha bouwland (afb. 24). Zijn huis was maar klein, wat blijkt uit het feit dat het voor de inkomstenbelasting jaarlijks belastbaar was voor slechts fl. 15,-- Voor de personele belasting werd hij in 1848 ingedeeld in categorie 5, wat betekende dat hij een keuterboer zonder knechten en meiden was. Na het overlijden van Maria Heen in 1850 bleef haar jongste dochter Jakoba met haar man Gerrit Jan Hissink in haar ouderlijk huis aan de Oudhuizerstraat wonen. Vele generaties Hissink bleven er daarna het boerenbedrijf uitoefenen tot ver in de 20e eeuw. Zoon van Lambert Lamberts CAMPHORST (zie VI.64) en Gerritje JANSEN.
Ondertrouwd ..‑10‑1803 te Voorst, gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 30‑10‑1803 te Voorst met Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem), 28 jaar oud, geboren op 12‑04‑1775 te Goch (Pruisen), overleden op 26‑12‑1850 te Voorst op 75-jarige leeftijd.

Lammert Lammerts CAMPHORST, milicien (1836-1841), boerenknecht (Voorst 1841), dagloner (Eerbeek 1843-1858), geboren op 10‑09‑1804 te Voorst, gedoopt (NDG) op 16‑09‑1804 te Voorst, overleden op 01‑05‑1884 te Eerbeek (Gem. Brummen) op 79-jarige leeftijd, beschrijving in certificaat Nationale Militie : lengte 1 el, 611 strepen, aangezigt rond, voorhoofd laag, ogen blauw, neus ??, mond groot, kin rond, haar en wenkbrauwen blond.
Toen Lammert in 1841 met Harmina Straatman trouwde, waren haar ouders de eigenaren van een boerderij Schoonmansgoed aan de Keutelstraat te Eerbeek (afb. 25 en 26). De naam Schoonmansgoed herinnerde aan een vroegere bewoner van de boerderij en de naam Keutelstraat was een verwijzing naar het feit dat hier de schaapskudden langskwamen op weg naar de heide van het Eerbeekse veld. Harmina ging met haar gezin bij haar ouders inwonen, omdat zij als enig kind de natuurlijke opvolgster was op de boerderij. De volgende informatie over deze boerderij hebben wij grotendeels ontleend aan een artikel van G.J. Ruumpol in het orgaan van de Oudheidkundige vereniging De Marke te Eerbeek. Het Schoonmansgoed behoorde in 1798 al tot de gewaarde erven van de marke van Hall, Eerbeek en Collenhove (afb. 25). In 1812 kocht Hendrik Engberts Straatman het voor 1669,5 franken ofwel ca. 795 gulden, waarbij hij een lening afsloot van 525 franc of ca. 250 gulden. Vanaf 1813 verscheen hij als geerfde op de markevergaderingen in de kerk van Hall. De boerderij zelf had in 1832 slechts ca. 1,59 ha bouwland in eigendom op de enk van Eerbeek en nog wat extra grond in pacht. Dit bezit was zeer versnipperd (afb. 26). Het recht van geerfde hield echter onder meer in dat men vee mocht laten grazen en plaggen voor de potstal en de schaapskooi mocht steken op de markegronden. Hierdoor kon veel dierlijke mest geproduceerd worden voor de akkers. In 1837, toen Hendrik Engberts Straatman al overleden was, werd de marke van Hall, Eerbeek en Collenhove opgeheven. Bij de verdeling van de grond kregen "de weduwe H.E. Straatman en Harmina Kamphorst-Straatman" maar liefst 35 ha heide en groengrond toegewezen. Ook hadden Lammert en Harmina nog land in pacht, want in 1849 betaalde Lammert aan de kerkvoogd van Halle fl. 6,50 voor landpacht en een zitplaats in de kerk. Omdat zij maar 1 zitplaats bezaten gingen de echtelieden om de beurten naar de kerk. Lammert's dochter Hendrika Johanna trouwde in 1868 met haar overbuurjongen Gerrit Willem Buurkes (afb. 27) die bij zijn ouders woonde op het goed Ter Bruggen aan de overzijde van de Keutelstraat. Hierdoor werd zij de tweede vrouwelijke opvolger in successie op het Schoonmansgoed. De traditie wilde nl. dat een huwelijk pas mogelijk werd als bruid en bruidegom samen uitzicht hadden op de vestiging van een levensvatbare boerderij. Zo bleef Hendrika Johanna met haar gezin en 2 ongetrouwde broers bij haar ouders inwonen en nam zij in 1881, samen met haar echtgenoot, de boerderij over. Toen Harmina overleed, verkocht Lammert zijn "halfscheid" van de boerderij, ter waarde van fl. 1325,- aan Hendrika Johanna. De inboedel, ter waarde van fl. 800,- droeg hij over aan zijn schoonzoon in ruil voor kost, inwoning en levensonderhoud. Het areaal bouwland was door aankopen op de Eerbeekse Enk inmiddels uitgebreid tot 45 ha. Van de verdeelde markegronden was echter intussen een gedeelte verkocht, waardoor de totale oppervlakte van het bedrijf was geslonken tot 26,7 ha, verdeeld over 15 percelen. Hendrika Johanna overleed in 1902 (afb. 28). Haar 2 kinderen erfden uiteindelijk niet alleen de nalatenschap van hun ouders maar ook die van hun 2 ongehuwde ooms. Zoon van Lammert Lamberts CAMPHORST (Kamphorst) (zie VII.91) en Maria Helena HEEN (Maria Elisabeth, Maria Magdalena Heem).
Ondertrouwd ..‑04‑1841 te Brummen, gehuwd op 36-jarige leeftijd op 25‑05‑1841 te Brummen met Harmina STRAATMAN (Maria), 21 jaar oud, geboren op 25‑08‑1819 te Hall, overleden op 21‑01‑1870 te Brummen op 50-jarige leeftijd, dochter van Hendrik Egberts STRAATMAN (Hendrik Engberts), dagloner, landman, en Jenneken van den BERG (Jantje van der Burg).

Hendrika Johanna KAMPHORST, geboren op 20‑04‑1843 te Eerbeek (Hall), overleden op 25‑09‑1896 te Eerbeek op 53-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lammerts CAMPHORST (zie VIII.113) en Harmina STRAATMAN (Maria).
Ondertrouwd ..‑02‑1868 te Brummen, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 22‑02‑1868 te Brummen met Gerrit Willem BUURKES, 30 jaar oud, landbouwer, geboren op 08‑05‑1837 te Brummen, overleden op 15‑11‑1918 te Brummen op 81-jarige leeftijd, zoon van Steven BUURKES en Jenneke KERSEBOOM.

Maria Helena KAMPHORST, dienstmeid, geboren op 23‑09‑1858 te Eerbeek, overleden op 19‑03‑1939 te Enschede op 80-jarige leeftijd, dochter van Lammert Lammerts CAMPHORST (zie VIII.113) en Harmina STRAATMAN (Maria).
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 03‑11‑1880 te Zutphen met Gerrit Jan WILLEMS, spoorwegconducteur, geboren ±1855 te Brummen, overleden op 21‑03‑1923 te Apeldoorn, zoon van Aart WILLEMS, landbouwer, en Gerritje NENGERMAN.